Het is een heftig onderwerp, maar daarom niet minder belangrijk om te bespreken: zelfbeschadiging. Annelies van Pelt, kinder- en jeugdpsycholoog bij De Hoop ggz, ziet dat het best veel voorkomt, ook binnen kerken en jeugdgroepen. Onder zelfbeschadiging ziet ze het opzettelijk toebrengen van verwondingen aan jezelf, maar niet met de bedoeling om jezelf te doden. Dat kan door te snijden, te krassen, maar ook het bonken met je hoofd of het innemen van schadelijke stoffen.

Volgens Van Pelt is zelfbeschadiging een onderdeel van een breder psychisch probleem. “Jongeren en volwassenen die zichzelf beschadigen zitten heel erg klem. Daar zit een moeilijke emotie achter die hen overspoeld, of een moeilijke situatie. Ze hebben geen idee hoe ze daar mee om moeten gaan. Dan grijpen ze naar zelfbeschadiging. Daar gaat veel wanhoop onder schuil.” Ook kan zelfbeschadiging voorkomen bij jongeren die moeite hebben om hun emoties op een gezonde manier te hanteren, zoals bij mensen met autisme of een verstandelijke beperking.

Hoe kun je omgaan met jongeren die zichzelf beschadiging? Van Pelt stelt dat je het gedrag niet met veroordelen, ook al komt die reactie wel als eerste bij je op. “Je moet het niet verbieden of strenge regels stellen. Dat isoleert jongeren.” Ouders en hulpverleners kunnen het gesprek aangaan over waar ze klem zitten. Ook kun je hulp zoeken bij de huisarts.

Dit artikel verscheen eerder bij Groot Nieuws Radio.

Bekijk ons hulpaanbod voor kinderen en jongeren