Onlangs las ik een artikel waarin onderzoekers een grote groep therapeuten benaderden met de vraag op welk moment in hun werk ze zich moedig hadden gevoeld en waarom. Weinigen reageerden. De onderzoekers vermoedden dat dat kwam doordat moed verbonden lijkt met schaamte. Want: stel dat jij vindt dat je moedig bent geweest in je behandelkamer, maar dat een collega dat anders ziet? Ben je dan een loser? Een opschepper?

Denkend aan moedige momenten in mijn behandelkamer merk ik dat het schaamte-virus mij ook besmet heeft. Ik vind het eenvoudiger te denken aan de moed van mijn cliënten, dan aan mijn eigen moed. Moeiteloos lepel ik indrukwekkende momenten op, waarbij cliënten mij hun moed toonden. De tiener die mij feedback durfde te geven. De moeder die toegaf soms uit onmacht haar kinderen te slaan. De sociaal angstige jongen die voor het eerst zelf boodschappen durfde te doen.

"Ik vind het eenvoudiger te denken aan de moed van mijn cliënten, dan aan mijn eigen moed."

Moedige cliënten: ik ontmoet ze iedere dag. Maar kijkend naar mezelf als therapeut, ervaar ik zo snel schaamte over momenten waarop ik voor mijn gevoel de plank missloeg. Momenten waarop ik cliënten niet wist te bereiken, me liet meeslepen door mijn onderbuikgevoel, belangrijk papierwerk te lang onafgehecht liet.

Wanneer voelde ik me moedig? En durf ik dat hier zo op te schrijven? Is dat eigenlijk nodig? Ik stelde de vraag deze week aan enkele collega’s. Sommigen deelden hun verhaal en ik merkte dat dat iets deed; moedige verhalen werken aanstekelijk. Ze inspireren om zelf ook moedig te zijn; ze be-moedigen. En juist dát is zinnig! Want, zo ontdekte ik: moed kun je leren. Een klein moment van moed, kan je trainen om in steeds meer momenten moedig te zijn.

Moed kun je leren. Ik vraag me af op welk moment ik vandaag moedig kan zijn. Wat ligt vandaag net buiten mijn comfortzone, maar binnen mijn handbereik? Een ding weet ik zeker: ik ga proberen mijn moedige momenten te delen en mijn schaamte te doorbreken; met de moed der hoop.

 

Annelies Peekstok – van Pelt, GZ-psycholoog bij De Hoop ggz
De column verscheen in het ND op 28 november 2020