Bijna zestig jaar is hij. Een flinke kerel met het hart op de tong, zo lijkt het. Drinkt al vanaf zijn zestiende en weet eigenlijk niet beter. Het is zijn manier van leven geworden. De drank haalt de scherpe randjes eraf. En die scherpe randjes zijn er. Enig kind, als stadsjochie opgegroeid was hij moeders oogappel. Met tranen in zijn ogen vertelt hij dat hij haar nog altijd mist nadat ze veertien jaar geleden is overleden.

Het drinken is er ingeslopen, heeft veel kapot gemaakt en is vervolgens een uitweg geworden om hetgeen wat kapot gegaan is niet te voelen. Als hij teveel gedronken heeft kan iedereen ‘oppleuren’. Dat hij het hart minder op de tong heeft dan het lijkt, blijkt als we een laagje dieper gaan. Tranen in zijn ogen. ‘Ik wil dit niet meer, dit ben ik niet.’ Zijn huwelijk is jaren geleden kapot gegaan. Het contact met zijn enige dochter is spaarzaam. Zijn huidige vriendin begrijpt niet de diepte van zijn pijn. De knop gaat om, hij stopt in één keer met drinken. Hij heeft het zijn ‘ouwe’ beloofd en hij blijkt een man van zijn woord.

 

 

In mijn hart stijgt een gebed op voor deze stoere, gevoelige zoeker.

Het stoppen met drinken gaat hem makkelijker af dan hij dacht. Dat de overdaad aan drank niet goed is voor zijn lichaam, blijkt wel uit het feit dat zijn geheugen weer beter wordt en hij veel minder last heeft van kwaaltjes. Fijn toch, alleen maar voordelen dat stoppen! Maar zo makkelijk is het helaas niet. Want met het stoppen gaat hij ook ervaren waarom hij dronk: het verdoven. Nu de verdoving uitwerkt, gaat hij weer voelen. Hij ervaart dat heel zijn sociale leven gestoeld is geweest op de drank. Hij moet opnieuw ontdekken wie hij is, wat er echt toe doet in het leven. Voorzichtig wordt het contact met zijn dochter weer opgebouwd. Teleurstellingen worden hem niet bespaard. Het brengt hem dichter bij levensvragen. 

Voorzichtig mag ik hem vertellen wat het perspectief van een christen is in deze gebroken wereld. “Vroeger”, zegt hij, “vond ik dit soort onzin voor slappelingen”. Even is het stil. “Maar nu… wie weet.” God weet, denk ik, en in mijn hart stijgt een gebed op voor deze stoere, gevoelige zoeker.

 

Willemijn Wijzenbroek, Psycholoog bij De Hoop ggz
De column verscheen in het ND op 26 november 2021