Het is een druilerige donderdagavond als ik na diverse aansporingen van het thuisfront te laat over het Dorp De Hoop terugloop naar mijn auto. In mijn ooghoek zie ik een van onze cliënten lopen. Ik groet hem op afstand en hoop eigenlijk dat hij vooral geen gesprek met me zal aangaan. Ik ben al veel te laat.

Dan zie ik hem opeens hollend op me afkomen. Hij roept: “meneer De Gruijter, ik moet u iets vertellen”. Meestal is er echt wat mis als onze cliënten mij meneer gaan noemen, dus ik zet me schrap voor wat er komen gaat. “Ik heb de Here Jezus leren kennen! Echt waar!” zegt de jongen als hij hijgend naast me staat.

"Meestal is er echt wat mis als onze cliënten mij meneer gaan noemen"

Dan herken ik hem. Ik had hem een paar weken daarvoor ontmoet op een van mijn bezoeken aan de afdelingen. Toen had hij mij apart genomen en me toevertrouwd dat hij weliswaar blij was dat hij bij De Hoop was opgenomen “omdat de mensen hier zo ongelofelijk liefdevol zijn” maar hij vertelde me er meteen bij: “met het geloof heb ik niets en dat wil ik graag zo houden!” Ik vertelde hem toen dat ik blij was met het eerste en dat als God mij een vrije keuze laat om in Hem te geloven diezelfde vrijheid ook aan hem is gegeven. Maar of ik toen zelf durfde te geloven dat nou juist deze cliënt voor me zou staan met deze boodschap?

Ik heb nog ruim een kwartier met hem doorgesproken over het wonder van het geloof. Zo kwam ik die avond veel te laat thuis maar kon daar blij vertellen dat iemand anders nu echt zijn Thuis heeft gevonden! Verhalen van Hoop komen nooit te laat!

Jaap de Gruijter, Voorzitter Raad van Bestuur, De Hoop ggz
(Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad op 24 februari 2018)