Ineens staan zijn ogen vol water. Ik weet niet goed meer hoe het gesprek erop kwam, maar ineens ging het over zijn vader. Over de vele keren dat die hem mishandelde. Zomaar, zonder reden. Hij was nog maar klein, een jaar of acht. Zijn vertrouwen in mensen werd letterlijk weggeslagen.

De mishandelingen vormden de aanzet voor een onrustig leven. Een tijdje lukte het hem om aan een gelukkig gezinnetje te bouwen, maar al snel was daar weer die onrust die bleef trekken. Hij móést de deur uit. Feesten. De spanning opzoeken. Het alledaagse ontvluchten.

Acht jaar verder was er vooral de spijt. Over alles wat hij heeft weggegooid. Alles wat hij heeft gemist, en wat hij zijn kinderen heeft onthouden. Het besef dat hij de tijd niet meer terug kan draaien. Maar ook geen idee hoe het anders kon of kan.

Hij besloot dat het genoeg was. De verslaving, “de junkie-tijd”. Het moest stoppen. Hij ging in behandeling bij De Hoop. Kickte af, leerde praten over zijn gevoelens. Zelden heb ik iemand gezien die zó dankbaar was dat hij een tweede kans kreeg in het leven.

"Hij besloot dat het genoeg was. De verslaving, 'de junkie-tijd'. Het moest stoppen."

Omdat hij langer de tijd nodig had voor zijn herstel, kwam hij terecht bij Beschermd Wonen, waar ik hem mag begeleiden. Vaak moeten er praktische dingen gebeuren: moeilijke brieven, financiën, administratie, telefoontjes. Als er niks te regelen valt, valt er altijd wel iets te bespreken. Soms spelen we een racespelletje op zijn spelcomputer.

Nu, na een half jaar wekelijks een bakkie koffie, en tientallen regelzaken verder, neemt hij me in vertrouwen om dit kwetsbare stukje van zijn leven met me te delen.
Met een vastbesloten blik staart hij uit het raam. “Ik wil hem gaan vergeven. Ja. Het is nu de tijd daarvoor.” Ik slik en kijk hem vol bewondering aan. Mijn ogen vol water.

Wouter Seinen, woonbegeleider Beschermd Wonen bij De Hoop ggz.
(Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad op 27 oktober 2018)