Week van de opvoeding
Binnen De Hoop bieden wij de training ‘Verbindend Gezag’ voor ouders aan. Ouders leren met deze training op een andere manier de conflicten met hun kind te doorbreken.

Verbindend Gezag werkt vanuit vier pijlers: geduld, contact, steun en verzet. Ouders leren hierbij om op een hernieuwde manier het contact aan te gaan met hun kind, steun in te schakelen vanuit hun omgeving, conflicten op een later moment uit te praten met elkaar en ontdekken hoe ze op een andere manier het verzet aan kunnen gaan tegen het ongewenste gedrag van hun kind, waardoor het aantal conflicten afneemt en het positieve contact toeneemt.

Een van de ouders uit de training deelt met ons hoe zij de training ervaren heeft en wat het haar heeft opgeleverd. Het is een mooi en eerlijk verhaal over vallen en opstaan, een blijvend leerproces met grote successen.

Training voor ouders bij De Hoop

De ouder vertelt: “Als onderdeel van het behandeltraject van onze oudste kregen wij als ouders de training ‘Verbindend Gezag’ aangeboden door De Hoop, in samenwerking met Timon. In groepsverband van vijf ouderparen vond de training plaats. In eerste instantie vonden we dit lastig. In mijn beleving had ik op dat moment genoeg aan mijzelf en mijn gezin. En eerlijk gezegd had ik geen zin om de problemen van een ander aan te moeten horen. Echter, de groepsdynamiek was prettig en steunend. Je leert van elkaar. De ander is jou tot steun en andersom.”

Doorbreek het conflict

“Als je kind problemen heeft met woedeaanvallen ontstaat er een bepaalde dynamiek in het gezin die negatief werkt: er is onrust, ruzie, het is minder gezellig en iedereen lijdt eronder. Tijdens de training kregen we handvatten hoe dit te doorbreken.”

De moeder laat weten welke aanpak voor hen helpend is geweest. “We leerden analyseren wat er gebeurt ten tijde van ruzie maar ook in de aanloop ernaartoe.” Ze legt uit dat de situatie escaleerde wanneer er bij haar kind al stress was en zij als ouders vol de discussie ingingen en alles eruit gooiden wat dwars zat. “Het ijzer moet je smeden als het koud is. Dreigt de situatie te escaleren, dan geef je een korte instructie: ‘dit is niet wat ik wil’. Neem de ruimte om af te koelen en komt er later op terug.” Ze geeft aan het dat wel belangrijk is om er ook echt op terug te komen en het niet te laten lopen, anders stapelt de frustratie zich op.

“We leerden analyseren wat er gebeurt ten tijde van ruzie maar ook in de aanloop ernaartoe. Het ijzer moet je smeden als het koud is.”

Eén onderwerp tegelijk

“We leerden: als je gedrag van je kind wilt bespreken, bespreek dan één onderwerp tegelijk. Neem het onderwerp wat je het meest dwars zit. Haal er niet van alles bij zodat je kind wordt overgoten met verwijten.” Daarnaast zijn er ook praktische dingen die helpend kunnen zijn. “Maak het gezellig in huis. Doe kaarsjes aan, kook wat je kind lekker vindt. Vertel je kind dat je van hem/haar houdt en dat je wil helpen. Geef je kind complimenten.”

Tegelijkertijd mag je ook to the point zijn. “Leg ook de vraag neer bij je kind: hoe ga je dit probleem oplossen? Wat en wie heb je hierbij nodig? Vul dit niet in voor je kind. Het is prima om een stilte te laten vallen en je kind de ruimte te geven om na te denken hoe hij zijn gevoelens onder woorden gaat brengen. Zoek de verbinding.”

Gesprek aankondigen

“Wat ik ook helpend vond was dat we leerden om een gesprek aan te kondigen: ‘we willen met je praten over dit of dat onderwerp, wanneer zullen we dat doen?’ Is het probleem groot, dan kun je een brief schrijven aan je kind waarin je uitlegt wat jij als probleem ziet en dat je hierover in gesprek wilt. Dat je wil helpen, maar dat je kind mag aangeven hoe hij het wil oplossen.”

"Het begint zijn vruchten af te werpen in ons gezin. Er is meer vertrouwen, we durven de oudste meer los te laten"

De training bestond uit vijf bijeenkomsten verspreid over een aantal maanden. Hierdoor hadden de ouders de tijd om te oefenen, fouten te maken, hulp te vragen en weer opnieuw te beginnen. “Het begint zijn vruchten af te werpen in ons gezin. Er is meer vertrouwen, we durven de oudste meer los te laten. We zijn vaker in gesprek en de sfeer is beter. Af en toe moeten we weer om tafel en bespreken we waar we staan. En wat we vergeten zijn en weer gaan oppakken.”