Lange haren, een oorbel en flink aan het drinken en blowen. Velen kennen Sjaak Monster als één van de oudgedienden bij De Hoop; weinigen weten dat hij in zijn jonge jaren door het leven ging als hippie. Na de hippietijd gaf deze man 44 jaar van zijn leven voor de cliënten bij De Hoop. De passie van Sjaak: levenservaring van cliënten inzetten in de zorg.

Sjaak werkte 44 jaar bij De Hoop. Als begeleider, groepswerker, afdelingshoofd en trainer. Vijf jaar voor zijn pensioen richtte hij samen met ex-cliënt Jules de Interne Opleidingsschool Ervaringsdeskundigheid op. Cliënten die lang genoeg hersteld zijn, worden daar opgeleid tot ervaringswerker. De weg ernaartoe was lang: ervaringsdeskundigheid stond in 1977 nog niet op de kaart in Nederland en Sjaaks opvattingen weken nog weleens af van die van De Hoop.

Kijk over de schutting van je eigen bestaan
Sjaaks passie begon vorm te krijgen in de jaren tachtig. Aan het eind van een behandeling mochten cliënten begeleid zelfstandig wonen. Het viel hem op dat veel cliënten eenzaam werden en opgingen in hun eigen problemen. Sjaak: “Toen begon het te dagen: bij gezond worden hoort ook een ander perspectief op het leven, het besef dat iedereen problemen heeft. Kijk eens over de schutting van je eigen bestaan. Je bent niet de enige die het moeilijk heeft gehad, want er zijn heel veel mensen met worstelingen. Probeer eens wat afstand te nemen tot jezelf.”

Dynamiek van het leven op straat
Sjaak kwam tot dat besef in de tijd van de Roemeense Revolutie. Beelden gingen over de wereld van de ellende achter het gesloten IJzeren Gordijn. Sjaak: “Toen wist ik in mijn hart: ik moet daar met cliënten van De Hoop naartoe.” Zeventien jaar lang maakte Sjaak diverse keren de lange reis naar Roemenië met groepjes cliënten, ruim vijfhonderd in totaal. Samen bouwden ze aan Roma-dorpjes in wilde omstandigheden. Sjaak: “Wat ik daar zag in het leven van die mensen leek dezelfde dynamiek als dat van de verslaafde op straat. Ieder voor zich, leven bij de dag, manipulatie, geweld, agressie, diefstal, vervloeking… een krankzinnige wereld. Daarmee keken onze cliënten eigenlijk in de spiegel van hun eigen leven. Maar dan wel een spiegel die uitvergroot werd, want wat ze zagen was vaak vele malen erger dan wat ze zelf hadden meegemaakt.” Zonder dat Sjaak destijds de methodiek begreep, gebeurde er iets met de cliënten. Ze veranderden van hulpvrager in hulpverlener. Ze vergaten hun eigen nood en gingen geven. Sjaak: “Het was verpletterend. Zonder dat ik dat toen doorhad, gaf God me een kijkje in ervaringswerk en in de kracht en potentie van cliënten.” Jaren later studeerde Sjaak met het thema ‘hulpverlenend hulpvragen’ af op het onderwerp en kon hij het wetenschappelijk verklaren.

'Ik noem ons ‘reisbegeleiders’. We hebben de reis van verslaving naar herstel al eens gemaakt en we bieden aan om mee te lopen.'

Het land van de vrijheid
Sjaak vergelijkt verslaving met de woestijnreis van het volk Israël. “Mensen begrijpen niet altijd de moeite van verslaving en hoe moeilijk het is om daaruit te komen. Het is net als het volk Israël: dat kende alleen slavernij. Wat is dan ‘vrijheid’? Ook verslaafden moet je leren wat vrijheid is. De weg naar een verslavingsvrij leven is één grote tocht der onbekendheid. ‘Kom ik er ooit wel, ik ben al zo vaak teruggevallen, wie wil mij straks nog met mijn achtergrond, raak ik ooit nog zwanger?’ Dan heb je ervaringswerkers nodig. Die snappen hoe moeilijk het is om van het land van de verslaving naar het land van de vrijheid te gaan. Ik noem ons ‘reisbegeleiders’. We hebben de reis van verslaving naar herstel al eens gemaakt en we bieden ons aan: mag ik met jou meelopen op jouw reis? Want ik weet hoe die reis ongeveer verloopt.”

San Patrignano: afkicken zonder behandelaars
Irene Blom, lid van de Raad van Bestuur en klinisch psycholoog, komt in 2016 bij De Hoop werken. Waar Sjaak straks zijn levenswerk los moet laten, is Irene degene die juist meebeslist over de toekomstige visie. Met een groep deelnemers van de ervaringsschool bezochten Sjaak en Irene San Patrignano voor inspiratie. Deze Italiaanse plaats wordt gerund door 1.400 ex-verslaafden die elkaar helpen met afkicken. Sjaak: “Daar zie je geen hulpverlener tegenover hulpvrager, maar één grote wij-dynamiek. Ze doen het sámen. Dat heeft ook wel de toon gezet voor het Dorp van De Hoop in Dordrecht.” Irene begrijpt Sjaaks enthousiasme heel goed; ook voor haar werkte San Patrignano inspirerend. “De kracht van samen leven en samen optrekken is groot. Je leert je problemen niet te verdoven, maar op te lossen, samen en in de relatie met anderen. Je komt daar als nieuweling die zorg nodig heeft. Na een jaar word je zelf buddy van een nieuweling. Ook dat is heel heilzaam, je geeft mensen ergens verantwoordelijkheid voor en iets of iemand om voor te zorgen. Die beide elementen zitten ook in de Zorgvisie van De Hoop. Cliënten ervaren zichzelf vaak als mensen die veel fout hebben gedaan, er een puinhoop van maken… Dat soort woorden klinken al snel, maar ook jij met je puinhoop kan nog van belang zijn voor anderen. Daar kan je nú mee beginnen.”

Met een groep deelnemers bezochten Sjaak en Irene San Patrignano voor inspiratie. Deze Italiaanse plaats wordt gerund door 1.400 ex-verslaafden die elkaar helpen met afkicken. Sjaak: ‘Daar zie je geen hulpverlener tegenover een hulpvrager, maar één grote wij-dynamiek. Ze doen het sámen.’

“Jij begrijpt mij”
Het is de droom van Sjaak dat De Hoop ook zo’n dorp wordt. Vanaf 2002 werkte hij als trainer en zag hij in vele landen de overweldigende resultaten van projecten door ervaringswerkers. Met zijn visie noemt Sjaak zichzelf echter een ‘roepende in de woestijn’, want niet iedereen laat dat geluid horen. Irene pleit er juist voor om ervaringswerk op verschillende manieren in te bedden in de huidige zorg. Dát mensen met een psychiatrisch verleden of een verslavingsverleden een rol horen te krijgen, staat buiten kijf. Irene: “Als iemand in hetzelfde schuitje heeft gezeten, geeft dat een gevoel van verbondenheid: ‘jij begrijpt mij’. Je zíet dat de ervaringswerkers soms sneller een ander bereiken of de boodschap beter over kunnen brengen. Ik ben er een enorme voorstander van dat elke zorgafdeling ervaringswerkers laat meedraaien in de teams, dat ze meedoen in onze zorg.”

Op straat gestudeerd
Sjaak: “Dat wordt nog niet door iedereen begrepen en het voelt nog onwennig. De Hoop heeft veel medewerkers die jaren studeerden en dan moet je ineens samenspraak gaan doen met mensen die amper gestudeerd hebben. Ik zeg dan: zij hebben op de stráát gestudeerd. Dat samenspel heb je nodig. Hun perspectief heb je nodig om te begrijpen wat verslaving is, wat detentie is, wat het leven op straat is, wat prostitutie is en wat diepe trauma’s zijn. Dat vind ik het mooie van ervaringswerk. Ervaringswerk betekent dat je heel goed aan kunt sluiten bij het geleefde leven van die ander, omdat je daar zelf ook bent geweest of er nog mee worstelt. Maar je bent al verder op weg, je weet dat het wél mogelijk is om eruit te komen en dat er een zinvol leven kan bestaan.”

“Ervaringswerk betekent dat je heel goed aan kunt sluiten bij het geleefde leven van die ander, omdat je daar zelf ook bent geweest of er zelf nog mee worstelt.”

‘Leer mij leven, hoe doe je dat?’
Sjaak: “Mensen hebben niet voor alle levensproblemen een model of therapie nodig. Ze hebben nodig dat je jouw leven deelt. ‘Hoe ga jij om met angst, onzekerheid, spanning… Leer mij leven, hoe doe je dat?’” Irene vult aan: “Soms moet je behandeling doen voor trauma’s, verslavingen of angsten om verder te komen in het herstel. Maar een mens met problemen heeft niet per se altijd een therapeut nodig en zéker niet altijd alleen maar een therapeut nodig. Het maakt ontzettend veel uit of je alleen in de wereld staat of dat je ergens bij hoort. We zijn niet geschapen om alleen te zijn, maar om in verbinding te zijn, voor elkaar te zorgen en elkaar te zien. Dat is de kern van wat wij mensen nodig hebben. Eén van de begrippen die ik vaak gebruik, is die van de wounded healer, de gewonde genezer. Ik ben niet alleen maar de hulpverlener en jij de cliënt. De behandelaar heeft wat geleerd over behandelen, maar is op dezelfde manier mens als die ander. We hebben allemaal onze eigen kwetsuren en onze eigen talenten. Door problemen komt er bij de cliënten soms niet uit wat erin zit.

Relationele zorgvisie
Irene gelooft in de cruciale kracht van verbinding. “De Hoop streeft naar herstel in de relatie met God, zichzelf, de ander en de schepping. Als je goed in deze relaties zit, komt een mens tot bloei. Dat is de basis van onze zorgvisie. We bieden bijvoorbeeld een behandeling, maar ook hulp op andere levensgebieden, zoals het op weg helpen met schuldhulpverlening of samen wonen in Huizen van Hoop. In de Huizen van Hoop benutten we de kracht van de gemeenschap, van het samen. Die huizen verbinden we weer aan kerken, zodat we mensen helpen met een gezond netwerk. Hoe kun je het contact met gezonde mensen en mensen die minder ver zijn in hun herstel vermengen? En hoe vlecht je ervaringswerk er nog meer doorheen? Dat zijn vragen waar we over nadenken.”

Een geweldige pionier
Irene is ontzettend dankbaar voor wat Sjaak al heeft neergezet. “Ik weet dat hij er hard voor heeft moeten werken, maar ik wil ervaringswerk ook zó graag in de zorg vervlechten. Sjaak is een geweldige pionier en hij heeft ontzettend veel betekend voor de ontwikkeling van ervaringswerk en het neerzetten van de school. Met enorme energie en daadkracht, altijd vol plannen en altijd met dat eigen geluid dat hij heel goed heeft neergezet. Daar zijn we hem als De Hoop erg dankbaar voor.”

Koningen en koninginnen met potentie
Sjaaks passie komt mede door het geloof. “Een opmerking van Teun, oud-directeur van De Hoop, heeft me diep geraakt. Hij zei: ‘Mensen, pas op hoe je met cliënten omgaat. Want onder hen zitten koningen en koninginnen in het koninkrijk van God die verder zullen komen dan dat jullie ooit komen.’” Of Sjaak een voorbeeld heeft? “Het zijn er velen…” Hij verzinkt even in gedachten. “Vélen die enorm gezond zijn geworden en die posities innemen in werk en kerk, samenleving en zending. Prachtige mensen, met zoveel toewijding aan God. Die verandering wil ik faciliteren.” Vol vuur praat hij verder: “Zou jij een week op straat kunnen leven? Uit vuilnisbakken kunnen eten? Er zijn mensen die dat jaren doen. Járen verslaafd, gevangenis in, gevangenis uit… Verslaafden zijn geen watjes. Het zijn mensen met heel veel mogelijkheden, heel veel potentie, maar ook met heel veel trauma’s en heel veel pijn.” Sjaak wil niets liever dan deze mensen optimaal tot bloei brengen. “De beste hulpverlener is de hulpverlener die zichzelf zo snel mogelijk overbodig maakt. Wij zijn niet belangrijk. We zijn dienaren.  Jules en ik zijn het trapje waarover anderen het podium beklimmen. ‘De leider zal aller dienaar zijn’, zegt de Bijbel.”

“De beste hulpverlener is de hulpverlener die zichzelf zo snel mogelijk overbodig maakt. Wij zijn niet belangrijk. We zijn dienaren. Jules en ik zijn het trapje waarover anderen het podium beklimmen.”

Kansen van leven

Ook Irene is gedreven door de overtuiging dat de ander waardevol is in Gods ogen. “De ander is niet meer en niet minder dan jij. De ander heeft net zoveel recht op kansen van leven als jij en heeft jou iets te geven.” Irene leert van het geloof van sommige cliënten. “Soms denk ik: wát een Godsvertrouwen heb jij. Je bent door zulke nachtmerries gegaan en je bent zó vol van Gods goedheid. Zo’n cliënt kan mij zelf dichter bij God houden. Je moet niet vergeten dat je mensen een heel eind kunt helpen met hun behandelingen, maar dat ze het allerbeste af zijn als hun relatie met God herstelt. Dan komen ze écht tot bloei en ontwikkeling.”

Er zit goud in
Voor Sjaak zijn de 44 jaar bij De Hoop jaren van blijvend herstel. Sjaak: “Je moet levenslang in de ogen van iemand als jezelf kijken om gezond te blijven. En ik wíl altijd in de ogen van die mensen blijven kijken en met hen blijven werken. Dat is zo geweldig. Ik hoor de verhalen van al die mensen, hun achtergrond, wie ze nu zijn en wie ze gaan worden. Zo kijk ik ook vaak naar ze. Dan zie ik wat het gaat worden en denk ik: ‘wauw, wat een kracht, wat een potentie, wat een mogelijkheden. Er zit goud in!’ Dat goud delven gaat door struggelingen en terugvallen. Maar die mensen het podium op helpen, zodat ze tot hun volle ontwikkeling komen, dat vind ik het mooiste wat er is. Dat is een verrijking van het leven.”

Dit artikel komt uit De Hoop magazine, editie december 2020.